a 8 - 'Concerto!'
BACH, HEINICHEN & GRAUPNER
Vioolconcerto a-moll - Johann David HEINICHEN
Concerto a 7: Violino Concerto/Violino I/II/III/ Viola/ Violoncello cum Basso Continuo dell Sign. Heinichen
Cantate ‘Ich esse nichts als Aschenbrot’, GWV 1137/13 - Christoph GRAUPNER
2 Violini Concertino/ 2 Violini ripieno/ Viola/ Canto/ B.C.
Klavecimbelconcerto in A, BWV 1055 - Johann Sebastian BACH
Concerto a Cembalo certato, due Violine, Viola e Continuo
Cantate ‘Verleih dass ich aus Herzensgrund’, GWV 1114/16 - Christoph GRAUPNER
2 violini Concertati / 2 Violini / Viola/ Canto & B.C.
KAPELLMEISTER:
Kristien Nijs, Sopraan
Ann Cnop, Viool solo
Marieke Vos, Viool
Maddy Lodewyckx, Viool
Justin Glorieux, Viool
Frans Vos, Altviool
Herlinde Verheyden, Cello
Denis Roosen, Klavecimbel solo / Continuo
Vioolconcerto a-moll - Johann David HEINICHEN
Concerto a 7: Violino Concerto/Violino I/II/III/ Viola/ Violoncello cum Basso Continuo dell Sign. Heinichen
Cantate ‘Ich esse nichts als Aschenbrot’, GWV 1137/13 - Christoph GRAUPNER
2 Violini Concertino/ 2 Violini ripieno/ Viola/ Canto/ B.C.
Klavecimbelconcerto in A, BWV 1055 - Johann Sebastian BACH
Concerto a Cembalo certato, due Violine, Viola e Continuo
Cantate ‘Verleih dass ich aus Herzensgrund’, GWV 1114/16 - Christoph GRAUPNER
2 violini Concertati / 2 Violini / Viola/ Canto & B.C.
KAPELLMEISTER:
Kristien Nijs, Sopraan
Ann Cnop, Viool solo
Marieke Vos, Viool
Maddy Lodewyckx, Viool
Justin Glorieux, Viool
Frans Vos, Altviool
Herlinde Verheyden, Cello
Denis Roosen, Klavecimbel solo / Continuo
Met virtuoze concerti en sopraancantates met concerterend karakter illustreert Kapellmeister de Italiaanse invloed in het 18de-eeuwse Duitsland. Violiste Ann Cnop vertolkt het vurige vioolconcerto in la klein van Johann David Heinichen en tovert het Venetië van Vivaldi naar Dresden, waar Heinichen Kapelmeester was. Johann Sebastian Bach herwerkte in Leipzig zijn eerder geschreven concerto tot het beroemde klavecimbelconcerto in A. Klavecinist Denis Roosen tekent voor de feestelijke solopartij. Christoph Graupner, kapelmeester te Darmstadt, schreef een gigantisch oeuvre van grote kwaliteit bij elkaar. Sopraan Kristien Nijs voert ons met haar prachtige stem hemelwaarts en brengt twee juweeltjes uit de solocantates van Graupner, geflankeerd door ‘violini concertato’ en orkest.
Wat was de link tussen Heinichen, Bach en Graupner? Leipzig en Dresden vormden het toneel van deze wonderlijke drie musici. Johann David Heinichen werd net als Graupner in Leipzig opgeleid door Johann Kuhnau. Een tijdlang gaf Heinichen zijn medestudent Graupner ook compositieles. Nadien verbleef hij een hele tijd in Italië en leerde er de grote meesters zoals Lotti, Vivaldi en Marcello kennen. Hij was ook reisgezel van Prins Leopold van Anhalt-Köthen, die later J.S. Bach tot kapelmeester benoemde. Uiteindelijk bleef Heinichen kapelmeester te Dresden tot zijn vroegtijdige dood. De (orkest-)composities die bewaard zijn gebleven getuigen van uitzonderlijke kwaliteit met een unieke Europese stilistische versmelting, en dit voor de meest uiteenlopende bezettingen. Heinichens grootse traktaat 'Der General-bass in der Composition' uit 1728 kon men destijds ondermeer verkrijgen 'bij de kapelmeesters Bach in Leipzig en Graupner in Darmstadt'.
Het was ook in Leipzig dat Christoph Graupner in 1722 solliciteerde naar het ambt van Cantor, de functie die uiteindelijk naar Bach ging. Nochtans was de buit voor oud-student Graupner binnen, ware het niet dat zijn werkgever in Darmstadt hem niet wilde laten gaan en zijn salaris verhoogde. Graupner verzekerde de stadsraad van Leipzig nadien schriftelijk dat deze met Bach de juiste man aan boord had...
Wat was de link tussen Heinichen, Bach en Graupner? Leipzig en Dresden vormden het toneel van deze wonderlijke drie musici. Johann David Heinichen werd net als Graupner in Leipzig opgeleid door Johann Kuhnau. Een tijdlang gaf Heinichen zijn medestudent Graupner ook compositieles. Nadien verbleef hij een hele tijd in Italië en leerde er de grote meesters zoals Lotti, Vivaldi en Marcello kennen. Hij was ook reisgezel van Prins Leopold van Anhalt-Köthen, die later J.S. Bach tot kapelmeester benoemde. Uiteindelijk bleef Heinichen kapelmeester te Dresden tot zijn vroegtijdige dood. De (orkest-)composities die bewaard zijn gebleven getuigen van uitzonderlijke kwaliteit met een unieke Europese stilistische versmelting, en dit voor de meest uiteenlopende bezettingen. Heinichens grootse traktaat 'Der General-bass in der Composition' uit 1728 kon men destijds ondermeer verkrijgen 'bij de kapelmeesters Bach in Leipzig en Graupner in Darmstadt'.
Het was ook in Leipzig dat Christoph Graupner in 1722 solliciteerde naar het ambt van Cantor, de functie die uiteindelijk naar Bach ging. Nochtans was de buit voor oud-student Graupner binnen, ware het niet dat zijn werkgever in Darmstadt hem niet wilde laten gaan en zijn salaris verhoogde. Graupner verzekerde de stadsraad van Leipzig nadien schriftelijk dat deze met Bach de juiste man aan boord had...