a 2 - 'Der brauchbare Virtuoso'
Probstück g-moll, Groβe Generalbass-Schule – Johann Mattheson (1681-1764)
Sonata II, G-dur (Der brauchbare Virtuoso) - Johann Mattheson
Adagio & Allegro, Suite F-Dur - G.F. Händel (1685-1759)
Sonata g-moll - Christoph Graupner (1683-1760)
Fantasie h-moll, per il Violino senza basso, TWV40:22 - Georg Philipp Telemann (1681-1767) Siciliana / Vivace / Allegro
Sonata G-Dur, BWV 1019 - J. S. Bach
Marieke Vos, Viool
Denis Roosen, Klavecimbel
De titel van dit programma is ontleend aan een bundel van Johann Mattheson: gerespecteerd componist, zanger, diplomaat, theoreticus, jurist en gevreesd muziekcriticus, werkzaam in Hamburg. Dit wonderkind groeide uit tot een bijzonder getalenteerd multi-instrumentalist, zong al vroeg de hoofdrollen van eigen makelij in de opera van Hamburg, en plaatste zich na de aria’s gewoon aan het klavecimbel om continuo te spelen. Uit zijn didactische werken bevat 'der brauchbare Virtuoso' beknopte sonates die een veelheid aan stijl tonen en de zangerigheid, die Mattheson zelf zo hoogachtte, naar de voorgrond plaatst. Daarnaast werk van de andere grote kapelmeesters en tijdgenoten van Mattheson.
Sonata II, G-dur (Der brauchbare Virtuoso) - Johann Mattheson
Adagio & Allegro, Suite F-Dur - G.F. Händel (1685-1759)
Sonata g-moll - Christoph Graupner (1683-1760)
Fantasie h-moll, per il Violino senza basso, TWV40:22 - Georg Philipp Telemann (1681-1767) Siciliana / Vivace / Allegro
Sonata G-Dur, BWV 1019 - J. S. Bach
Marieke Vos, Viool
Denis Roosen, Klavecimbel
De titel van dit programma is ontleend aan een bundel van Johann Mattheson: gerespecteerd componist, zanger, diplomaat, theoreticus, jurist en gevreesd muziekcriticus, werkzaam in Hamburg. Dit wonderkind groeide uit tot een bijzonder getalenteerd multi-instrumentalist, zong al vroeg de hoofdrollen van eigen makelij in de opera van Hamburg, en plaatste zich na de aria’s gewoon aan het klavecimbel om continuo te spelen. Uit zijn didactische werken bevat 'der brauchbare Virtuoso' beknopte sonates die een veelheid aan stijl tonen en de zangerigheid, die Mattheson zelf zo hoogachtte, naar de voorgrond plaatst. Daarnaast werk van de andere grote kapelmeesters en tijdgenoten van Mattheson.